Je slaat een mooi vormgegeven klein boekje open omdat het thema je interessant en van belang lijkt. De eerste bladzijde van het eerste ‘hoofdstuk’ begint bij 155 en eindigt bij 168 (allemaal in rood) met een wazige pastiche (Looking for Headless) door een fictieve auteur (K.D.) van de hand van kunstenaars Simon Goldin en Jakob Senneby. Kunst dus! Daarna, op pagina 1, begint pas de inleiding. Achterin het boekje staat een aantal rode lege pagina’s. Hippe vormgeving en niet lelijk, dat zeker. Mij irriteert die paginering evenals de op zich best leuke maar onheldere inhoud, maar misschien is dat ouderwets of een kwestie van smaak.
Het boekje is uitgegeven ter gelegenheid van het curatorenproject Abstract possible: The Stockholm Synergies dat in 2012 plaatsvond in de Tensta Konsthall, the Center for Fashion Studies van de universiteit Stockholm en het veilinghuis Bukowskis. Het is een serie essays van interessante en belangrijke kunsthistorici, cultuursociologen en kunstenaars uit heel Europa met analyses van de verschillende aspecten en van de complexiteit van de hedendaagse kunstwereld in relatie tot de al dan niet commerciële kunstmarkten waar ze deel van uitmaken. Onderwerpen die aan de orde komen zijn de toename van het aantal (internationale) kunstbeurzen, de toegenomen competitie tussen veilinghuizen op het gebied van eigentijdse kunst, het fenomeen hedendaagse kunst als iets met veel waarde in relatie tot roem en rijkdom.
Alle essays hebben de onderliggende vraag: hoe zal kunst er uitzien in de komende decennia en hoe werken kunstenaars dan? In het voorwoord van Maria Lind, curator, criticus en directeur van de Tensta Konsthall, worden de veranderende condities van de productie en distributie van beeldende kunst beschreven. Complexe en ‘thought-provoking-kunst’ heeft het moeilijker dan ooit terwijl makkelijke, ‘entertain-kunst’ steeds meer als synoniem wordt gezien van kunst als zodanig. Al deze ontwikkelingen zijn verbonden met nieuwe machtsdynamiek in het kader van globalisering, neoliberaal beleid en van deregulering, financiële ontwikkelingen en de ‘boom’ van de commerciële kunstmarkt. Dat betekent dat de verhoudingen tussen kunstenaars, galeriehouders en verzamelaars in beweging zijn. De primaire en secundaire markt waren voorheen weliswaar twee verschillende circuits maar toch de plekken waar kunsthandel plaatsvond. Tegenwoordig spelen de kunstbeurzen en het internet een steeds grotere en belangrijkere rol. Dat heeft onder andere als gevolg dat van kunstenaars nu wordt verwacht dat ze hun eigen werk op de markt moeten profileren en als zodanig actief een ‘brand’ moeten opbouwen.
Cultuursocioloog Olav Velthuis betoogt in zijn inleiding dat ondanks deze recente ontwikkelingen de opbouw van de kunstmarkt nagenoeg nauwelijks veranderd is sinds de tweede helft van de 19de eeuw en dat recente veranderingen in de markt die van het verleden weerspiegelen. New York is nog steeds de plek waar de belangrijkste galeries met het meeste aanzien zich bevinden en Art Basel de meest invloedrijke kunstbeurs. Galeries blijven nog steeds vertegenwoordigers van hun eigen ‘stal’ van kunstenaars. Er bestaan nog steeds verschillende min of meer commerciële circuits maar de recente commercialisering en financiële ‘boom’ zijn met name te vinden in het topcircuit dat veel aandacht krijgt van de media. Wel is het aantal kunstkopers uit landen als Brazilië, Rusland, India en China toegenomen sinds het einde van de jaren negentig van de vorige eeuw toen kunstenaars en galeriehouders uit de VS en Europa de kunstmarkt domineerden. Tegelijkertijd lijkt de kunsthandel de afgelopen jaren mede als reactie op de ‘boom’ terug te willen grijpen naar een kleiner businessmodel, vaak in relatie tot het alternatieve circuit. De andere auteurs stellen specifieke aspecten van de internationale markt aan de orde zoals internet en commercie in relatie tot internet, de toename van het aantal beurzen en biënnales, de kunstkritiek.
Truus Gubbels
Lind, M. en O. Velthuis (ed.) - Contemporary arts and its commercial markets: a report on current conditions and future scenarios - Berlin: Sternberg Press/Tensta Konsthall, 2012 - ISBN 978-1-934105-99-3 - Prijs: 19 euro
Het laatste nieuws van de redactie van Boekman en medewerkers van de Boekmanstichting op het gebied van symposia, benoemingen, promoties, publicaties.
Posts tonen met het label galeries. Alle posts tonen
Posts tonen met het label galeries. Alle posts tonen
maandag 25 februari 2013
dinsdag 14 december 2010
Bezuinigingen, de katalysator voor een nieuwe economische dynamiek in de kunstsector?
Galeries lijden onder de economische crisis. Dat blijkt uit recent marktonderzoek van EMI en Motivaction. De brancheomzet daalde met circa 15% en een derde van de kunstkopers verwacht in de toekomst minder kunst te kopen. De aangekondigde BTW-verhoging op kunstvoorwerpen zal rampzalig zijn. Of de bezuinigingen aanleiding zullen zijn tot een nieuwe economische dynamiek in de branche was onderwerp van gesprek tijdens een symposium van de Nederlandse Galerie Associatie (NGA), georganiseerd met steun van de Boekmanstichting en de Mondriaan Stichting, op 13 december in het ABN AMRO hoofdkantoor in Amsterdam. Circa 150 belangstellenden waren aanwezig. Joop Wijn, lid van de Raad van Bestuur Zakelijke Relaties van de ABN AMRO, heette de gasten welkom. ‘De bank ziet u als een gewone ondernemer’, stelde hij de galeriehouders gerust, ‘die te maken heeft met omzet, winst en verlies, maar dan wel in een bijzonder mooie sector.’ Wijn benadrukte het belang van marketing en flexibel ondernemerschap, zeker in een tijd dat omzetten teruglopen. Dagvoorzitter Hadassah de Boer gaf vervolgens NGA-voorzitter Guus Broos het woord. Hij poneerde een aantal stellingen. Galeries moeten zich vaker aansluiten bij handelsmissies naar het buitenland, meer gebruik maken van het Europese speelveld, zich intensiever professionaliseren en de relatie met kunstenaars verbeteren. Socioloog en econoom aan de UvA, Olav Velthuis, gooide de knuppel in het hoenderdok door het galeriemodel, dat eigenlijk al circa 150 jaar in gebruik is en amper aangepast, te heroverwegen. Uit onderzoek van Motivaction blijkt dat de gemiddelde omzet van de galeriehouder in Nederland slechts 200 duizend euro bedraagt. De helft daarvan gaat naar de kunstenaars en van de andere helft moet de galeriehouder zijn vaste kosten betalen, maar ook zijn inkomen. Het galeriewezen moet zich op haar toekomst gaan bezinnen! Velthuis legde uit dat drie ontwikkelingen (informalisering van de maatschappij, festivalisering van de kunstwereld en economisering van tijd) daarbij een rol spelen. Hij gaf handreikingen. Misschien moeten galeries net als antiquariaten ambulant optreden in plaats van vanuit één vaste plek en op die manier hun vaste kosten verlagen? Waarom fuseren galeries niet met elkaar? Waarom wordt er door galeriehouders niet veel meer gebruik gemaakt van internet als verkoopkanaal? Zou het taboe op doorverkoop, dus het opnieuw op de markt brengen van kunstwerken, niet beter doorbroken kunnen worden (Ebay-ificatie)? Zo ook het taboe op flexibele verkoopprijzen! Zijn stelling was dat het galeriemodel niet uitsluitend mag drijven op de primaire markt. Na een korte koffiepauze vond er een paneldiscussie plaats over de vraag of bezuinigingen de katalysator zijn voor een nieuwe economische dynamiek in de branche. Egbert Dommering (verzamelaar), Erik Bos (Nouvelles Images), Kim Rikken (beeldend kunstenaar en bedrijfskundige), Edo Dijksterhuis (Art Amsterdam) en Gitta Luiten (Mondriaan Stichting) benaderden de vraag vanuit zeer diverse invalshoeken. De gedachtewisseling die volgde, was onderhoudend, maar weinig verrassend. Luiten raadde galeriehouders aan om meer gebruik te maken van stimuleringsmaatregelen van het ministerie van Economische Zaken. Dommering benadrukte de rol van een sterke culturele infrastructuur, museumeducatie en kunstonderwijs bij het vergaren en verspreiden van kunstinhoudelijke kennis. En de verzamelaar hield uiteraard een warm pleidooi voor flexibel prijsbeleid door galeriehouders. Daar moest het publiek hartelijk om lachen.… De afschaffing van de Cultuurkaart is een ramp, viel Bos hem bij. Over de mogelijkheden van het internet als verkoopkanaal van kunstwerken was Bos luid en duidelijk: op het net staan slechts plaatjes die het origineel geen recht doen, terwijl het bij kunst toch gaat om de beleving van het aanschouwen. Voor de handel in foto’s voldoet het net daarentegen wel. Hadassah noemde nog een ander voordeel van internethandel: Niet goed, terugsturen en geld terug! De meerwaarde van de galerie is ook voor kunstenaars niet altijd helder, waarschuwde Rikken. Kortom, tijd voor geprofessionaliseerd ondernemerschap!
Gelegenheid tot het stellen van vragen door het publiek stond wel op de agenda, maar vond wegens tijdgebrek geen doorgang, Dat was jammer, want er werd in de zaal veelvuldig gefluisterd en ook gegniffeld, wat nieuwsgierig maakte. Na afloop was er gelukkig ruimschoots gelegenheid tot napraten, onder het genot van een drankje en een lopend buffet.
De genoemde onderzoeken (en nog veel meer informatie over kunsthandel en galeriewezen) zijn beschikbaar in de bibliotheek van de Boekmanstichting. Ook via de website van de NGA, www.nga.nu.
Jack van der Leden
Gelegenheid tot het stellen van vragen door het publiek stond wel op de agenda, maar vond wegens tijdgebrek geen doorgang, Dat was jammer, want er werd in de zaal veelvuldig gefluisterd en ook gegniffeld, wat nieuwsgierig maakte. Na afloop was er gelukkig ruimschoots gelegenheid tot napraten, onder het genot van een drankje en een lopend buffet.
De genoemde onderzoeken (en nog veel meer informatie over kunsthandel en galeriewezen) zijn beschikbaar in de bibliotheek van de Boekmanstichting. Ook via de website van de NGA, www.nga.nu.
Jack van der Leden
Labels:
bezuinigingen,
btw,
crisis,
cultureel ondernemerschap,
economie,
galeries,
kunsthandel,
verslag
Abonneren op:
Posts (Atom)