maandag 29 augustus 2011

Paradisodebat – Stad versus staat: tegenhangen of meebuigen?

Vorig jaar werd tijdens het Paradisodebat, traditiegetrouw de afsluiting van de Uitmarkt, geconcludeerd dat de bezuinigingen van 20% op het totale cultuurbudget de gehele sector zouden ontwrichten. Een jaar, vele Kamerdiscussies en demonstraties en een Btw-verhoging van zes naar negentien procent op de podiumkunsten later, zijn de bezuinigingen onvermijdelijk. Onder het thema Stad versus staat: tegenhangen of meebuigen? werd gisteren in een drukbezocht Paradiso besproken wat de keuzes van het Rijk betekenen voor stad en provincie. Berekeningen van Bureau Berenschot en Atlas voor Gemeenten lieten verontrustende toekomstscenario’s zien voor zowel de maatschappij als de economie, die van toepassing zijn wanneer steden het rijksbeleid volgen in de grootscheepse bezuinigingen. Onder leiding van Ruben Maes werd vervolgens gediscussieerd over stedelijk cultuurbeleid en welke keuzes gemaakt moeten worden. Deelnemers aan het debat waren cultuurwethouders Mary-Ann Schreurs (Eindhoven), Michiel van Wessem (Arnhem) en Antoinette Laan (Rotterdam), Frits Lintmeijer (Utrecht), Marijke van Hees (Enschede) en Ton Schroor (Groningen). Overige deelnemers aan het debat waren enkele leden van de Tweede Kamer: cultuurwoordvoerders Jetta Klijnsma (PvdA), Bart de Liefde (VVD), Boris van der Ham (D66), Liesbeth van Tongeren (GL) en Jasper van Dijk (SP). Grote afwezige was de PVV. Het debat liet vooral zien dat de kaasschaafmethode niet werkt en dat lokale beleidsvoerders scherpe keuzes moeten maken. Er werd, wellicht tevergeefs, gepleit voor het terugdraaien van de Btw-verhoging. Onbegrip voor de snelheid waarmee de bezuinigingsplannen zijn doorgevoerd en het gebrek aan een duidelijke visie van staatssecretaris Zijlstra werden regelmatig aangehaald met begrijpelijke, maar weinig nieuwe argumenten.


Utrecht maakt scherpe keuzes
Ad ’s-Gravesande, voorzitter Kunsten ’92, opende de middag door het belang van kunst en cultuur voor steden te onderstrepen. Hij pleitte voor een gemeentelijk beleid waarbij gekozen wordt voor slimme bezuinigingen, met behoud van diversiteit en kwaliteit in het cultureel aanbod. Naast het terugdraaien van de Btw-verhoging wenste hij van de Tweede Kamer een goede regeling rond de Geefwet en de juiste omstandigheden voor zelfstandig ondernemers. Ook de burgemeester van Utrecht, Aleid Wolfsen, schetste het stedelijk belang van kunst en cultuur. Een gezond cultureel klimaat maakt een stad aantrekkelijk, leefbaar, stimuleert de huizenmarkt, genereert werkgelegenheid en levert geld op. De stad Utrecht is tegen de rijksbezuinigingen en is van plan jaarlijks twee miljoen extra te investeren in kunst en cultuur om de culturele infrastructuur op peil te houden en te versterken. Bij subsidiëring maakt de stad keuzes op basis van vernieuwing en de verbinding tussen cultuur en onderwijs, wijken en het bedrijfsleven.

Te weinig tijd voor alternatieven
De cijfers van Bureau Berenschot vormden de meest concrete informatie van de bijeenkomst. Bastiaan Vinkenburg liet zien hoe de inkomsten en uitgaven van de cultuursector eruitzagen bij de start van de cultuurnotaperiode in 2009 en hoe ze eruit zullen zien in 2013. Het onderzoek liet zien dat subsidies van gemeenten, provincies en het Rijk samen 64% van de inkomsten vormden in 2009. De overige 36% werden binnengehaald met eigen inkomsten: van entreekaartjes tot zaalverhuur, horeca en lesgelden voor workshops. Voor 2013 wordt verwacht dat deze eigen inkomsten mogelijk stijgen naar 41%, door een toename van bijdragen uit private fondsen. Beperkt weliswaar, omdat deze voortdurend onder druk staan van beleggingsresultaten. In sponsoring zit volgens Bureau Berenschot weinig beweging en het mecenaat heeft nog jaren nodig om zich te ontwikkelen. Een weinig rooskleurig toekomstperspectief, aangezien nu al afnemende entreekosten en een beperkt cultureel aanbod zichtbaar zijn. Bovendien zullen de lasten van de cultuursector blijven toenemen. Als zowel Rijk als gemeenten en provincies 25% bezuinigen op kunst en cultuur, zijn de inkomsten voor de culturele sector in 2013 maximaal 1 miljard euro lager dan in 2009. Alle cijfers van Bureau Berenschot zijn hier te bekijken.

Gerard Marlet liet namens Atlas voor Gemeenten zien wat de maatschappelijke en economische schade van de cultuurbezuinigingen zijn. Een onderzoek dat naar eigen zeggen beter vooraf door het Rijk uitgevoerd had kunnen worden. Aan de hand van vijf maatschappelijke waarden, variërend van sociale waarden (leefbaarheid, werkgelegenheid, gezondheid) tot economische waarden (toerisme, export van cultuur) liet Marlet zien welke bijdrage kunst en cultuur leveren aan de welvaart van een stad. Hoewel steden de maatschappelijke schade kunnen tegengaan door extra sponsoring, efficiëntieverhoging en inkomstenoptimalisatie, kunnen culturele instellingen deze opties onmogelijk binnen twee jaar doorvoeren. Conclusie: het welvaartsverlies blijft hoger dan de overheidsfinancieringen. Het gevolg van te snelle en te drastische bezuinigingen. Het onderzoek is binnenkort terug te vinden op www.atlasvoorgemeenten.nl.

Herhaling van zetten
In het debat tussen de cultuurwethouders en -woordvoerders, dat uitstekend werd geleid door Ruben Maes, was te merken dat veel steden het voorbeeld van Utrecht volgen door scherpe keuzes te maken in plaats van te schaven en door niet evenredig aan het Rijk te bezuinigen. De cultuurwethouders lieten weten de bezuinigingen niet te kunnen compenseren en samen met de sector en fondsen keuzes te maken en naar alternatieven te zoeken. Frits Lintmeijer (Utrecht) pleitte voor innovatie van de sector en daarmee op voortschrijdend inzicht van de staatssecretaris – ook al mochten brieven van de G8 naar Den Haag niet baten. Hoewel bij de cultuurwethouders de wens leeft niet afhankelijk te willen zijn van rijkssubsidie en zij niet willen meebuigen, noemden ze nog weinig concrete criteria om de noodzakelijke keuzes binnen hun eigen stad te maken. Het gebrek aan visie van Zijlstra en de snelheid waarmee de maatregelen worden doorgevoerd, werd regelmatig aangehaald. Jasper van Dijk (SP) noemde de Btw-verhoging een ordinaire belastingverhoging en volgens Jetta Klijnsma (PvdA), zelf oud-staatssecretaris, kan Zijlstra nog op zijn besluit terugkomen. Ton Schroor (Groningen) gaf aan dat de dialoog tussen lokale bestuurders en Den Haag ontbreekt en ook Michiel van Wessem (Arnhem) wil een dringend beroep op de staatssecretaris doen om opnieuw in gesprek te gaan over het maatschappelijk en economisch belang van kunst en cultuur. Het leidde tot een discussie die al regelmatig gevoerd is in de Tweede Kamer. Bart de Liefde (VVD) benadrukte dat zijn partij hart voor cultuur heeft en de snelle bezuinigingen doorvoert vanuit het geloof in een herstructurering van de sector. De doemscenario’s die eerder geschetst zijn, noemde hij weinig overtuigend. Boris van der Ham (D66) liet weten dat de PVV, grote afwezige bij het debat, besprekingen over het terugdraaien van de Btw-verhoging in de Tweede Kamer regelmatig tegenhoudt. Het beeld dat het kabinet bewust afrekent met kunst en cultuur, blijft daarmee overeind – en de oplossing nog ver weg.

Kim van der Meulen

1 opmerking:

  1. Waarom wordt in elk journalistiek stuk over de BTW-verhoging stelselmatig 'vergeten' dat de BTW-verhoging al sinds januari een feit is bij de Beeldende Kunst? Daar gaat het niet over 5 tot 10 euro verhoging, maar eerder over minimaal 500 euro per werk.

    Ik heb in de afgelopen periode gemerkt dat de lobby voor de Beeldende Kunst(aar) eigenlijk verwaarloosbaar is.

    Toen de BTW verhogingen zouden worden ingevoerd, wilde men alleen protesteren voor het behoud van de subsidies van instellingen.

    Zelfs als Beeldend Kunstenaars zich verenigen om te protesteren, worden die protesten overspoeld door de belangen van instellingen, en de makers hebben het nakijken.

    Er worden leuke betaalde bijeenkomsten georganiseerd voor de theoretici, waarmee wederom niemand wijzer wordt..

    Zelfs beeldende kunstopdrachten worden nu vrijwilligerswerk; want, tja, de overheadkosten (vergaderen) zijn zo duur dat men is vergeten om nog een fatsoenlijk bedrag te reserveren voor de uitvoering... En dan nog die BTW-verhoging die in mindering wordt gebracht..of had ik die al genoemd?

    BeantwoordenVerwijderen