Schrijver, journalist en presentator Hans den Hartog Jager (1968) heeft in opdracht van Museum de Fundatie te Zwolle de tentoonstelling ‘Meer Licht’ samengesteld. Het boek Het sublieme. Het einde van de schoonheid en een nieuw begin, dat ter gelegenheid van de tentoonstelling - en gesubsidieerd door het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst - is verschenen, onderzoekt het sublieme in de kunst. Een subliem kunstwerk gaat volgens de auteur veel verder en dieper dan de begrippen mooi of lelijk en is overweldigend; hij noemt als voorbeeld The Weather Project een gigantisch kunstwerk van Olafur Elliasson, dat hij een aantal jaren geleden in de Tate Modern in Londen zag en waarmee hij zijn betoog inleidt.
Maar schoonheid is een delicate zaak waar hedendaagse kunstenaars zich minder mee bezig houden dan met ideeën, aldus Den Hartog Jager. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wilde de avant-garde van de schoonheid af, niet alleen omdat steeds meer kunstenaars schoonheid associeerden met oude machthebbers, die er hun status en historie mee bevestigden, maar ook omdat die houding bijna vanzelfsprekend paste in de individualistische ontwikkeling die de beeldende kunst vanaf het begin van de Romantiek had doorgemaakt.
Volgens Den Hartog Jager heeft goede kunst altijd te maken met bevrijding van de beperking van je eigen geest. 'Plotseling, bijna zonder het te beseffen, ben je weg uit het leven van alledag, is je geest elders en zoek je je weg in de beelden, de vormen en ideeën die het kunstwerk je aanreikt'. (p. 117) De auteur denkt dat deze vorm van bevrijding het belangrijkste effect is dat alle soorten kunst bij de toeschouwer wil bereiken. (p.118) Het gaat er om dat een kunstwerk de toeschouwer een ander perspectief op de wereld biedt, uittilt boven de alledaagse beperking van zijn geest en lichaam. De aard van de bevrijding is veranderd van schoonheid als absolute waarde (voor wie zo kijkt is een kunstwerk ( …) de eerste trede van een trap naar de hemel) naar schoonheid, zoals bijvoorbeeld in veel hedendaagse ideeënkunst, waarin die ‘eerste bevrijding’ zo goed als afwezig is en wat precies de reden is waarom schoonheidszoekers zich met dit soort werk geen raad weten.
In het prikkelend en meeslepend geschreven essay geeft de criticus aan de hand van voorbeelden uit de kunstgeschiedenis en de hedendaagse kunst zijn visie op de ontwikkelingen in de schoonheid en het sublieme in de kunstwereld. Het sublieme vond volgens hem zijn eerste hoogtepunt bij kunstenaars als William Turner en Caspar David Friedrich. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd de schoonheid steeds verdachter en met de schilderijen van Mark Rothko kwam in de jaren zeventig een einde aan de schoonheid die niet meer vernieuwend en niet meer kritisch werd gevonden. Daarmee was het sublieme uit de kunst verdwenen maar het verlangen naar schoonheid niet en volgens de auteur is het sublieme op de weg terug in de installaties en video’s van een nieuwe generatie kunstenaars. Hij noemt als voorbeelden de werken van de eerdergenoemde Eliasson, maar ook kunstenaars als David Clearbout en Anish Kapoor halen de toeschouwer uit zijn alledaagse leven en doen een appel op hun emotie waardoor het sublieme weer terug is in de beeldende kunst.
Den Hartog Jager, verbonden als kunstcriticus aan NRC Handelsblad en Oog, schrijver van romans, medewerker aan diverse tv programma’s over kunst heeft het boek geschreven als gezelschap bij ‘Meer licht’(volgens de auteur de laatste woorden van Goethe) in de Fundatie te Zwolle die hij samenstelde in 2011/2012 op verzoek van Ralph Keuning, directeur van het museum, dat in het bezit is van de enigste William Turner in een Nederlandse museumcollectie. De (eigentijdse) kunstenaars wier werk Den Hartog Jager geselecteerd heeft en dat op de expositie te zien was, zijn: Tacita Dean (GB), Bas Jan Ader (NL), Olafur Eliasson (DK/IS), David Claerbout (BE), Miroslaw Balka (PL), Derk Thijs (NL), Spencer Finch (US), Ann Böttcher (SE), Guido van der Werve (NL), Katie Paterson (GB), Gert Jan Kocken (NL), Raquel Maulwurf (NL), Wolfgang Laib (DE), Ragnar Kjartansson (IS), Roy Villevoye (NL), Vija Celmins (USA), Erik Odijk (NL) en Wolfgang Tillmans (DE). Ook in het werk van een deel van deze, veelal jonge, kunstenaars is volgens Den Hartog Jager het sublieme weer terug in de kunst. Van het merendeel van de kunstwerken zijn ook afbeeldingen (met daarbij behorende zeer toegankelijke en persoonlijke beschrijvingen over het waarom van de keuze en de betekenis van de werken) in het boek opgenomen. De heldere stijl en de meeslepende beschrijving van ‘sublieme’ kunstwerken door Den Hartog Jager maakt dat je het boek aan een stuk door uitleest, maar af en toe hopt de tekst zo door de tijd heen en weer dat je je hoofd, zeker als je geen gevorderde kunstkenner bent, er heel goed bij moet houden omdat je anders de draad kwijtraakt.
Hans den Hartog Jager
Het sublieme; het einde van de schoonheid en een nieuw begin
Atheneum-Polak & Van Gennep 2011.
Prijs: 19,95
Truus Gubbels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten