‘Gaan we het toch nog over de inhoud hebben’, zo opende gespreksleider Hans Goedkoop het debat op 26 maart 2012 in Felix Meritis in Amsterdam naar aanleiding van het verschijnen van Blauwdruk, een mooi verzorgde publicatie over het Nationaal Historisch Museum (NHM). Daarin leggen museumdirecteuren Erik Schilp en Valentijn Byvanck rekenschap af van hun inhoudelijke en strategische keuzes in de afgelopen drie turbulente jaren waarin zij (tevergeefs) werkten aan het realiseren van hun ideale geschiedenismuseum. Belangrijkste leidraad van hun filosofie: de bezoeker moet het zelf doen. Jan Marijnissen, destijds initiatiefnemer van het idee (SP) hekelde deze insteek toentertijd als ‘postmoderne hutspot’. Die mening heeft hij wel bijgesteld inmiddels, maar hoe kijken de overige aanwezigen hierop terug? In hoeverre doen authentieke objecten ertoe in een museumopstelling? En hoe belangrijk ís een chronologische presentatie?
Daarover debatteerden de panelleden met de directie en de aanwezigen in de zaal. De sprekers waren Jan Marijnissen (SP), Frits van Oostrom (universiteitshoogleraar in Utrecht en voorzitter van de commissie Canon van Nederland), Marjan Scharloo (directeur Teylers Museum), Robert Stiphout (journalist Elsevier) en Willem Velthoven (nieuwe media partner NHM en directeur Mediamatic).
Erik Schilp sprak over een geweldig avontuur, dat helaas niet goed is afgelopen. Het ‘best doordachte museum van de geschiedenis’ verdiende beter, aldus Stiphout. Het liep anders. Hoe het had kunnen eindigen, valt nu te lezen in Blauwdruk. De panelleden geven hun eerste indruk van het boek. Woord, beeld, beleving, de zes thema’s, het is prachtig afgestemd, maar wat een overdaad, vindt Marjan Scharloo. Jan Marijnissen mist toch nog altijd de chronologie maar vindt de thematische invalshoek wel interessant. Het eerste deel is een mooi ‘doeboek’ geworden, ‘een knutselboek om je eigen geschiedenis in elkaar te timmeren’, aldus Willem Velthoven, panellid en directeur van Mediamatic. Het tweede deel is daarentegen een saai jaarverslag vindt hij. Lees juist dat deel, klinkt het uit de zaal, zodat de fouten van dit project een volgende keer niet gemaakt zullen worden.
Frits van Oostrom benadrukte het nog maar eens: het was een goede keuze om de canonvensters los te laten. Chronologie is voor het onderwijs een must maar hoeft wat hem betreft in een museum niet per se. Waar hij wel voor vreesde in de opzet, die gerust als beeldenbombardement kan worden omschreven: het recentere verleden is perfect te verbeelden, maar hoe pakt dat uit voor het verre verleden? Het tweede kwetsbare aspect van de opzet omschrijft hij als de ‘ikkerigheid’ die wel het meest prominent tot uiting komt in het thema ‘ik en wij’. Alles draait tegenwoordig teveel om wat je er zelf van vindt, ‘omdat je het waard bent’. Dat mag wel een tandje minder, niet alleen binnen, maar ook buiten de museale wereld, vindt hij. In dat thema hoort het museum inmiddels zelf ook thuis, vindt Schilp. Van Oostrom vindt dat geen goede ontwikkeling. Langzamerhand kan het museum als 51ste venster aan de canon toegevoegd, concludeerde hij ironisch.
Robert Stiphout mist de authentieke topstukken uit de vaderlandse geschiedenis in het concept van de collectie. De kisten van Hugo de Groot kunnen eenvoudigweg toch niet ontbreken? Valentijn Bijvanck benadrukte daarop dat er juist ontzettend veel authentieke stukken getoond zouden worden. Maar de Nachtwacht, nee, die kregen we niet. Daarover liet Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum, geen twijfel over bestaan. Dat zou niet eens kunnen, blijkt uit de discussie die volgde, omdat het belangrijkste stuk uit de collectie Nederland niet onder rijksverantwoording valt. De stad Amsterdam gaat daarover. Dat is historisch zo gegroeid. Deze casus geeft aan hoe ondoorzichtig en vol tegenstrijdige belangen de wereld van ons nationale erfgoed in elkaar steekt. Twee ambitieuze directeuren van het Nationaal Historisch Museum, noch een eigenwijze minister, konden daar veel beweging in krijgen.
Raspoliticus Jan Marijnissen gelooft er nog steeds in: ‘dat museum komt er toch’. Hij is van mening dat het draagvlak voor het idee onverminderd aanwezig is en daar zal dit boek nog eens extra bij helpen. Goedkoop ziet dat iets minder positief. Mocht het idee opnieuw postvatten, dan gaat de nieuwe directeur het vast weer helemaal anders doen. Want, ja, het zijn toch kleine zonnekoninkjes in die museale wereld, zoals Van Oostrom al eerder tijdens de middag terecht opmerkte. Ernst Veen, rasondernemer, ziet hoop aan de horizon qua locatie: De pier van Scheveningen, karakteristiek op de grens tussen water en land. Als dat geen prachtige blauwdruk schetst voor het Nationaal Historisch Museum 4.0?
Valentijn Byvanck, Blauwdruk. Plannen, schetsen en geschiedenis van het Nationaal Historisch Museum (2008-2011), SUN, Prijs: Tot 12 juni 2012 verkrijgbaar voor € 29,50, daarna € 34,50.
Marielle Hendriks
Geen opmerkingen:
Een reactie posten