Ruim 100 jaar geleden begon Helene Kröller Müller met verzamelen. In 1908
deed ze haar eerste belangrijke aankopen en na een aantal jaren had ze al een verzameling van wereldfaam bij elkaar gebracht, geadviseerd door kunsthistoricus H.P.Bremmer en met financiële steun van haar echtgenoot Anton Kröller. Kunsthistorica Eva Rovers promoveerde in 2011 aan de Universiteit van Groningen op een uitgebreide biografie over het leven en de totstandkoming van de kunstverzameling van Helene Kröller-Müller, De eeuwigheid verzameld (zie Boekman 89, p. 110-111 voor een boekbespreking).
Evert van Straaten, 21 jaar (tot 2012) directeur van het museum Kröller-Müller en betrokken bij de uitbreiding van de kunstverzameling maakt de balans op in zijn gelijknamige afscheidstentoonstelling Longing for perfection, te zien in het museum van 1 april tot 28 oktober 2012. Veel werken zijn nog maar zelden getoond of zelfs voor het eerst te zien. Naast bekende werken als het Uiltje van Pablo Picasso of The Paintings (with Us in the Nature) zijn er bijzondere werken te zien van Armando, Jo Baer, Louise Bourgeois, Daan van Golden, Matt Mulligan, Anselm Kiefer, Bruce Naumann, herman de vries, Franz West, Rémy Zaugg en vele andere kunstenaars.
Van Straaten legt als het ware verantwoording af aan Kröller-Müller voor zijn keuzes en de aankopen onder zijn directeurschap . Het begrip utopie is daarin altijd een belangrijke leidraad in termen van het streven naar een ideaal dat met veel ‘idealistische’ werken in de verzameling verbonden kon worden. Hij acht het in zijn functie als directeur, overigens evenals zijn voorgangers Bram Hammacher (die de verzameling vooral uitbreidde op het terrein van beeldhouwkunst) en Rudi Oxenaar (die zorg droeg voor de uitvoering van de nieuwbouwplannen voor het museum van Wim Quist en betrokken was bij de overdracht van de particuliere collectie van verzamelaar Martin Visser (400 werken), van groot belang dat de door Kröller-Müller gekozen lijn aanwezig blijft in de collectie. De opvolgster van Evert van Straten is Lisette Pelsers, afkomstig van het Rijksmuseum Twenthe waar zij vanaf 2009 directeur was en daarvoor conservator.
Belangrijke toevoegingen in de collectie onder het bewind van Van Straaten zijn in de eerste plaats, op het gebied van de klassiek modernen, werken van kunstenaars van De Stijl en hun tijdgenoten met als doel hun wereldverbeterende bedoelingen een extra accent te geven en hun ruimtelijk werk een belangrijke plaats te geven in de verzameling en daardoor parallellen met de hedendaagse kunst te kunnen trekken. Op de tweede plaats een accent op beeldende kunst uit de jaren 70 waarin de kunstenaars weer op zoek gaan naar de essentie van kunst. Deze onderzoekende kunst zag Van Straaten als een importante schakel tussen de pionierende kunstenaars van voor de oorlog en de toonaangevende kunstenaars van nu. Op de derde plaats noemt hij de kunstenaars die hij beschouwt als hedendaagse kritische geesten die volgens hem alle nuances tussen empathie en kritiek in hun werk laten zien, maar nooit een cynische visie hebben en op de vierde plaats de hedendaagse utopisten, die enerzijds bewust het principe van vernietigen en opbouw toepassen en dat mengen met een besef van vergankelijkheid waarin melancholie en ironie doorschemeren. Als laatste een wandeling langs een aantal aanwinsten in de beeldentuin.
Uitgaande van het utopiebegrip en analyse van de collectie zijn de leidende thema’s door directeur en medewerkers bij het verzamelen verder uitgewerkt. Dit leidde tot een nieuwe lijn met tegenstellingen en begrippen die enerzijds houvast geven bij het kiezen van kunst en anderzijds de collectie laten ademen zoals utopie en wetenschap/cognitie, destructie en opbouw, empathie en kritiek, tijd en ruimte, melancholie en ironie en natuur en cultuur. Ook wordt in het museum de kwetsbaarheid van de kunst gekoppeld aan de kwetsbaarheid van de natuur.
Het totaalbeeld van de verzameling is een driedimensionaal spinnenweb met in het hart de werken uit de oorspronkelijke Kröller-collectie: er is een grote samenhang maar om van het ene naar het andere kunstwerk te komen moeten soms heel veel kruispunten overgestoken worden. Als men zich daarop instelt dan loont het, zoals Van Straaten ook betoogt, om van Vincent van Gogh naar Anselm Kiefer te gaan, van James Ensor naar Jan Fabre of van Piet Mondriaan naar Ad Reinhardt.
Alle inhoudelijke aspecten van de verzameling komen uitgebreid en in historisch perspectief aan de orde. De motivatie voor de uitbreiding van de collectie in de loop der tijd met nieuwe aanwinsten wordt door Van Straaten heel nauwkeurig en precies maar ook vanuit gepassioneerde en inhoudelijke betrokkenheid beschreven. Gevolg is wéér een prachtig boek over het museum met hele mooie afbeeldingen en de basisgegevens van alle sinds 1991 verworven werken toegevoegd.
Evert van Straaten, Verlangen naar volmaaktheid: 21 jaar verzamelen door het Kröller-Müller Museum. Stichting Kroller-Müller Museum, 2012. Prijs: 34,50 euro.
Truus Gubbels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten